Moeilijkheidswaardering
Moeilijkheid van een wandelroute
Op deze website wordt de moeilijkheid van wandelroutes aangeduid met blokjes. Deze waarderingsmethode is evenredig aan de streepcodering uit de veelgebruike wandelkaarten van Mayr en Kompass, maar is iets nauwkeuriger gedifferentiëerd. Zie voor meer informatie eventueel de pagina bergwandelen.De moeilijkheidswaardering van een bergtocht is altijd gebaseerd op verschillende factoren, waaronder met name: de vereiste ervaring en techniek, het hoogteverschil, de loopafstand, de steilheid van de route en het omringende terrein, de alpiene gevarenpotentie (bijv. brokkelig gesteente), de markering en algemene toestand van de paden, en de mogelijkheden tot verpleging en onderdak. Deze factoren worden gecombineerd en daaruit wordt getracht een objectief oordeel te vormen over de algemene moeilijkheidsgraad van een bergwandeltocht (disclaimer).
- Eén gekleurd blokje betekent een makkelijke wandelroute. Deze routes verlopen meestal over Forstwegen of brede wandelpaden, door bossen of over alpenweides en bevatten nauwelijks steile passages. De hoogteverschillen en afstanden zijn gering en de route zal niet door afgelegen alpiene gebieden voeren. Hoogtevrees zal geen probleem vormen en de conditie mag onder gemiddeld zijn. Deze routes zijn doorgaans geschikt voor wandelaars van alle leeftijden.
Voorbeeld: Hintersteiner See-Rundweg.
- Twee gekleurde blokjes betekenen een overgang tussen een makkelijke en een middelzware wandelroute. Ten opzichte van makkelijke routes zijn de vereisten iets aangescherpt, zoals o.a. gevarieerder terrein en iets grotere hoogteverschillen, doch dat zal voor ieder fysiek gezond mens geen belemmering vormen. Dit soort routes zijn ook nog geschikt voor onervaren wandelaars en ook hoogtevrees zal nauwelijks problemen opleveren.
Voorbeeld: Kallbrunnalm & Dießbachstausee.
- Drie gekleurde blokjes betekenen een middelzware wandelroute. Deze routes verlopen deels door makkelijk begaanbaar terrein, maar regelmatig ook over steilere hellingen en bergkammen en de paden zijn meestal steiler, smal en oneffen. De hoogteverschillen en afstanden zijn groter. Hoogtevrees kan vanaf dit niveau een serieuze belemmering vormen en er wordt een zekere mate van conditie en bergwandelervaring verwacht.
Voorbeeld: Feldalphorn, Schwaigberghorn & Breitegg Gern.
- Vier gekleurde blokjes betekenen een overgang tussen een middelzware en een moeilijke wandelroute. Het terrein is gevarieerd, maar vaak moeilijk begaanbaar, steil en afgelegen. Het gebruik van de handen voor extra balans of houvast kan soms noodzakelijk blijken. De hoogteverschillen en afstanden zijn vaak aanzienlijk, daarom zijn een goede conditie en bergervaring vereist.
Voorbeeld: Torhelm.
- Vijf gekleurde blokjes betekenen een moeilijke wandelroute. Deze routes verlopen veelal over smalle richels en bergkammen en door afgelegen alpiene gebieden. De paden zijn overwegend steil, smal, oneffen en soms ook slecht herkenbaar. Moeilijke routes vereisen soms ook enige klimervaring (tot max. UIAA II) en kunnen tot de sneeuwgrens voeren. Alleen geschikt voor ervaren bergsporters met een uitstekende conditie, een goed evenwichtsgevoel, oriëntatievermogen en kennis van het terrein en de weersontwikkeling!
Voorbeeld: Großer Rettenstein.
Moeilijkheid van een via ferrata (klettersteig)
Op deze website wordt de moeilijkheid van vie ferrate aangeduid volgens de in de Oostalpen gebruikelijke (alfabetische) letterschaal, geïntroduceerd door gidsboekenauteur Kurt Schall.De moeilijkheidswaardering van een klettersteig is altijd gebaseerd op verschillende factoren, waaronder met name: de vereiste ervaring en klimtechniek, de steilheid, de hoeveelheid en kwaliteit van ingebouwde hulpmiddelen, het hoogteverschil en de totale lengte. Deze factoren worden gecombineerd en daaruit wordt getracht een objectief oordeel te vormen over de moeilijkheidsgraad van een via ferrata (disclaimer).
A - Smalle paden langs steile berghellingen en rotswanden, metalen zekeringskabels meestal aanwezig maar soms overbodig en daarom weggelaten. Ruim voldoende hulpmiddelen zoals kabels, beugels, treden en ladders, zijn beschikbaar waar nodig. Vrijheid van hoogtevrees, evenwichtsgevoel en goed schoeisel absoluut vereist. Gebruik van een klettersteiguitrusting is in elk geval aanbevolen maar niet onontbeerlijk.
B - Smalle paden en richels langs steile rotswanden, soms alleen metalen beugels beschikbaar om voeten op te plaatsen. Een zekeringskabel is vanaf dit niveau doorlopend aanwezig, verder zijn ruim voldoende hulpmiddelen beschikbaar. Oneffen en steil terrein, met frequente stijgingen en dalingen in de route. Enige armkracht en een goede conditie zijn van voordeel. Gebruik van een klettersteiguitrusting is dringend aanbevolen.
C - Veelal slechts smalle richels of kleine uitstulpingen in de rotswand, weinig ruimte om voeten op te plaatsen. Zeer steil terrein, soms zelfs overhellend, met diepe afgronden. Voldoende hulpmiddelen aanwezig, maar soms relatief ver uit elkaar geplaatst. Armkracht, een goede conditie en ervaring vereist. Gebruik van een volledige klettersteiguitrusting is in deze en in moeilijkere routes absoluut noodzakelijk.
D - Zeer lastig begaanbare, vermoeiende en/of lange route. Voornamelijk loodrecht en vaak ook overhellend terrein. Een doorlopende zekeringskabel is aanwezig, verder zijn er meestal maar weinig hulpmiddelen beschikbaar.
E - Bijzonder zwaar en vermoeiend. Behalve een doorlopende zekeringskabel zijn er vaak nauwelijks hulpmiddelen beschikbaar. Alleen geschikt voor goed getrainde bergsporters met veel klimervaring.
F - Extreem zwaar en uitputtend. De uitzonderlijke moeilijkheden in dit soort routes zijn van zodanige aard, dat bijzekeren met touw niet ongebruikelijk en zelfs aanbevolen is. De beklimming van een dergelijke route doet een groot beroep op (sport)klimervaring, spierkracht en uithoudingsvermogen. Routes van deze moeilijkheidsgraad zijn relatief nieuw, komen nog weinig voor en staan onder hevige discussie omdat de risico's buitengewoon hoog zijn.
Soms is de moeilijkheid van een via ferrata niet simpelweg met één letter aan te duiden, omdat de route bijvoorbeeld overwegend moeilijkheid B heeft, maar ook enkele korte passages C bevat. Dit wordt dan aangeduid met "B/C".