Bergwandelen


Bergwandelen algemeen

Bergwandelen is de populairste bergsport in de Alpen en kan daar doorgaans tot een maximale hoogte van ongeveer 3000 meter beoefend worden. Het zal dan ook niet verbazen dat de meeste bergtochten in het archief op deze website bergwandelingen zijn. Boven 3000 m hoogte spreekt men daarentegen van bergbeklimmen of alpinisme, omdat het terrein moeilijker begaanbaar is (steile rotswanden, sneeuw en ijs) en omdat er omwille van de veiligheid ook speciale uitrusting nodig is. Ook 's winters is bergwandelen mogelijk, maar daarbij is het gebruik van speciale sneeuwschoenen meestal noodzakelijk. Meer informatie over sneeuwschoenwandelen is te vinden op de pagina wintersport.
     Bergwandelen is, door de hoogteverschillen en de ijlere lucht, zwaarder dan "gewoon" wandelen in vlak of glooiend terrein. Bij het bergwandelen is een gemiddelde verticale stijging van 300-400 meter per uur te behalen, hoewel voor doorgetrainde alpinisten een hoogteverschil van meer dan 500 m per uur ook niet uitzonderlijk is. Op grote hoogte nemen de prestaties echter sterk af in verband met het zuurstoftekort. Zie voor meer informatie over het presteren op grote hoogte en hoogteziekte de pagina alpiene gevaren en lichamelijke gezondheid.

Moeilijkheidswaardering

Alle officiële wandelpaden in de Alpen zijn in zekere mate cartografisch geregistreerd en in het veld gemarkeerd door wegwijzers en/of verfmarkeringen. Helaas is echter de waarderingsmethode voor de moeilijkheid van wandelroutes verre van uniform en verschilt deze van land tot land. In Zwitserland wordt bijvoorbeeld de zesdelige "SAC-Wanderskala" van de Zwitserse Alpenclub gehanteerd, terwijl in Oostenrijk het vierdelige "Wander- und Bergwegekonzept" wordt toegepast. In andere Alpenregio's gelden naar believen weer andere methoden. De NKBV heeft zich ook al met deze verwarrende kwestie beziggehouden en hier een zeer verhelderend en lezenswaardig artikel over gepubliceerd: Moeilijkheidswaardering bergwandelpaden.
     Ook op topografische wandelkaarten worden wandelroutes op verschillende manieren gekenmerkt: op Kompass- en Mayr-wandelkaarten bijvoorbeeld, wordt de moeilijkheidsgraad van wandelroutes onderscheiden door middel van een verschillende streeplengte – wat in praktijk wellicht de meest overzichtelijke manier is. Andere uitgevers daarentegen, zoals de Duitse- en Oostenrijkse Alpenverenigingen, hanteren slechts een uniforme kleur en streeplengte voor wandelroutes (meestal een ononderbroken roodgekleurde lijn). Hierbij dient de gebruiker aan de hand van de terreinkenmerken op de kaart zélf de moeilijkheidsgraad in te schatten, wat uiteraard enige ervaring in de omgang met dergelijke kaarten vereist.
     Zoals bekend moge zijn, richt deze website zich hoofdzakelijk op bergtochten in de Oostalpen. In dit gebied zijn kaarten van Mayr en Kompass het makkelijkst verkrijgbaar en worden deze ook veel gebruikt. Daarom volgt hier een verklaring van de door deze uitgevers gebruikte aanduidingen voor de moeilijkheidsgraad van wandelroutes, plus de respectievelijk gelijkwaardige kenmerken op wegwijzers in de Duitse en Oostenrijkse Alpen:
Op deze website wordt de moeilijkheid van wandelroutes aangeduid met blokjes (meer informatie). Deze waarderingsmethode is evenredig aan de hierboven beschreven streepcodering uit wandelkaarten van Kompass en Mayr, maar is iets nauwkeuriger gedifferentiëerd.

Alpiene gevaren, veiligheid en uitrusting

Alle informatie met betrekking tot alpiene gevaren, gezondheidsrisico's, preventieve veiligheidsmaatregelen en uitrusting bij het bergwandelen is ondergebracht op de pagina's Gevaren & gezondheid en Planning & uitrusting.

Foto's (4)